Op 10 oktober 2017 werd door coalitiepartijen VVD, CDA, D66 en ChristenUnie het regeerakkoord “Vertrouwen in de toekomst” gepresenteerd. In het akkoord zijn een aantal maatregelen opgenomen die zien op het ‘moderniseren’ van de arbeidsmarkt. Volgens het kabinet ligt de sleutel naar een eerlijkere arbeidsmarkt in de gelijktijdige beweging: vast werk minder vast maken en flexwerk minder flex. De (belangrijkste) maatregelen worden hieronder weergegeven.
Samenvatting
- Cumulatiegrond ontslagrecht: In 2015 werd het voor de werkgevers moeilijker om werknemers te ontslaan. Het kabinet wil dit terugdraaien, maar wel met een ‘beloning’ voor de werknemer. De rechter kan een extra vergoeding toekennen bovenop de al bestaande transitievergoeding.
- Transitievergoeding: Werknemers krijgen vanaf het begin van hun arbeidscontract recht op een transitievergoeding en niet pas na 2 jaar.
- Ketenregeling: Nu krijg je na 3 opeenvolgende arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd. In de toekomst wil het kabinet dit terugdraaien en pas na 3 jaar een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd aanbieden.
- Proeftijd: Het kabinet wil de proeftijd verruimen om het aanbieden van arbeidsovereenkomsten aantrekkelijker te maken voor werkgevers.
Cumulatiegrond ontslagrecht
Door invoering van de Wet werk en zekerheid (Wwz) in 2015 werd het voor werkgevers moeilijker om werknemers te ontslaan, omdat de verschillende gronden voor ontslag limitatief in de wet zijn opgenomen en deze niet gecombineerd kunnen worden. Het kabinet wil dit terugdraaien, zodat het wel weer mogelijk wordt om verschillende gronden samen te nemen (te laten cumuleren). Voor de werknemer staat hiertegenover dat de rechter bij een beroep op deze ‘cumulatiegrond’ door de werkgever, bovenop de al bestaande transitievergoeding, een extra vergoeding kan toekennen tot maximaal de helft van de transitievergoeding.
Transitievergoeding
In de opbouw van de transitievergoeding wil het kabinet op twee punten wijzigingen doorvoeren:
- Werknemers krijgen vanaf het begin van hun arbeidsovereenkomst, in plaats van na 2 jaar pas, recht op een transitievergoeding.
- De transitievergoeding bedraagt per dienstjaar 1/3e maandsalaris, ook voor contracten langer dan 10 jaar.
De mogelijkheid om scholingskosten in mindering te brengen op de transitievergoeding wordt verruimd.
Voor het MKB komt er een verlichting op de plicht tot de betaling van de transitievergoeding door middel van het doorzetten van twee voorstellen die al in de Kamer liggen:
- Compensatie bij ontslag van een werknemer wegens langdurige arbeidsongeschiktheid;
- Geen transitievergoeding bij ontslag om bedrijfseconomische redenen als er een cao-regeling van toepassing is.
Daarnaast moet het voor kleine werkgevers makkelijker worden om in aanmerking te komen voor de overbruggingsregeling en komt het kabinet met voorstellen om de transitievergoeding te compenseren voor werkgevers die hun bedrijf beëindigen wegens pensionering of ziekte.
Ketenregeling
Sinds invoering van de Wwz houdt de ketenregeling in dat er een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd ontstaat na 3 opeenvolgende arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd of na opeenvolgende arbeidsovereenkomsten die de duur van 2 jaar overschrijden. Dit laatste wil het kabinet terugdraaien, waardoor weer een periode van 3 jaar gaat gelden. De maximale ‘tussenpoos’ van 6 maanden blijft wel gehandhaafd.
Het kabinet stelt daarnaast (net zoals nu al bij seizoensarbeid) de mogelijkheid voor om sectoraal af te wijken van de tussenpoos van 6 maanden en deze te verkorten als het werk in die sector daar om vraagt. Dit zal dan per cao moeten worden afgesproken.
Proeftijd
Om het aanbieden van arbeidsovereenkomsten aantrekkelijker te maken voor werkgevers wil het kabinet de mogelijkheid voor een proeftijd verruimen. Indien een werkgever direct (als eerste contract) een vaste arbeidsovereenkomst aanbiedt, wordt de maximale proeftijd verruimd naar 5 maanden. Voor tijdelijke overeenkomsten langer dan 2 jaar, wordt de proeftijd 3 maanden. In beide gevallen geldt nu nog een maximale proeftijd van 2 maanden. Voor tijdelijke overeenkomsten korter dan 2 jaar blijft de maximale proeftijd 1 maand. In een tijdelijke overeenkomst van maximaal 6 maanden is een proeftijd niet mogelijk.
Lees hier deel 2 van de mogelijke wijzigingen in het arbeidsrecht door het regeerakkoord 2017.